De theorieën achter hoogbegaafdheid

Wijs en Wonder - De theorieën achter hoogbegaafdheid

Hoogbegaafdheid is een begrip wat moeilijk te omvatten is. Niet alleen omdat het vele gezichten kent, maar ook omdat het niet altijd zichtbaar is en er zelfs binnen het vakgebied verschillen in visies en opvattingen rondom hoogbegaafdheid lijken te bestaan. Hiermee schetst het wellicht ook gelijk de complexiteit en gelaagdheid van de hoogbegaafde zelf.

Om toch een beeld te kunnen krijgen van wat hoogbegaafd gedrag inhoudt, zullen hier de meest gebruikte modellen en theorieën worden uitgelegd.

Het model van Renzulli-Mönks

Deze figuur geeft het model van Renzulli-Mönks weer. De Amerikaanse psycholoog Joseph Renzulli omschreef hoogbegaafd gedrag vanuit de interactie tussen een hoge intelligentie, een sterke motivatie (ook wel taakgerichtheid, focus of drive) en een hoog niveau van creativiteit (zowel in denken als in het creëren). In de figuur zie je het hoogbegaafde gedrag terug in het overlappende deel van de drie cirkels. Renzulli geeft aan dat het gedrag bij bepaalde mensen voor kan komen, op bepaalde momenten en op bepaalde vlakken. Hiermee geeft hij weer dat hoogbegaafd gedrag niet altijd zichtbaar is, maar wel degelijk aanwezig kan zijn. En dat aanwezige talenten naar voren komen wanneer de persoon zich kan richten op een interessant onderwerp in een voor hem inspirerende omgeving.

Psycholoog Franz Josef Mönks borduurde voort op dit model en plaatste de drie aanlegfactoren in een context. Hiermee benadrukte hij het belang van een ondersteunde omgeving. Elke hoekpunt staat voor een andere omgeving: gezin, peers (vrienden) en school. Op elk hoekpunt liggen kansen tot verbetering en daarmee het naar voren brengen van het hoogbegaafde gedrag. De verschillende contexten kunnen echter ook belemmerend zijn voor het tot uiting brengen van hoogbegaafd gedrag.

Maar hoogbegaafdheid is meer dan dat..
Wanneer je ouders van hoogbegaafde kinderen vraagt wat hun kinderen typeert, dan benoemen ze vaak niet als eerste hun hoge intelligentie. Er is namelijk nog een ander aspect aan hoogbegaafdheid, wat vaak sterker van invloed is op het dagelijkse leven. Het gaat hierbij om de intense en diepgaande gevoelswereld die zo opvallend is bij hoogbegaafde kinderen. De Poolse psycholoog Dabrowski omschreef vijf overexcitabilities (vijf gebieden van gevoeligheid), hoogbegaafdheidspecialist Tessa Kieboom voegde een ‘zijnsluik’ toe aan het cognitieve luik en Maud Kooijman- van Thiel ontwikkelde het Delphi-model waaraan ze zowel het diepgaande voelen als de intense en complexe interactie met de omgeving toevoegde.

Een hoogbegaafde is een nieuwsgierig, sensitief en emotioneel mens. Hij of zij is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Verder is hij of zij autonoom, gedreven van aard en intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.
— Samenvatting Delphi model uit het boek 'Uitdagend of verrijkend onderwijs' (Sonja Morbé)


De vijf overexcitabilities van Dabrowski

De vijf overprikkelbaarheden (zoals de overexcitabilities in het Nederlands worden genoemd) die Dabrowski omschreef, gaan over zowel de intensiteit als de sensitiviteit van hoogbegaafde kinderen. Kinderen en volwassenen met een hoge intelligentie zijn vermoedelijk geboren met een bepaalde mate van intensiteit die resulteert in een verhoogde beleving van prikkels of een verhoogde reactie erop.
Intellectuele overprikkelbaarheid wordt teruggezien in een hoge mate van nieuwsgierigheid, het stellen van veel vragen, analytisch denken, concentratie, introspectie en probleemoplossend vermogen. Het zijn individuen met een actieve geest op zoek naar nieuwe concepten, meer kennis en zelfinzicht. Ze genieten vaak van puzzels die focus, concentratie en probleemoplossend vermogen vereisen. Het zijn vaak kritische en onafhankelijke denkers.
Zintuiglijke overprikkelbaarheid omschrijft een meer verfijnde en intensere zintuiglijke ervaring. Alle zintuiglijke aspecten worden sterker ervaren. Er kunnen bezwaren zijn tegen labeltjes of sokken met naden, maar ook licht, geluid, smaak of geur kan heftiger binnenkomen. Individuen met een zintuiglijke overprikkelbaarheid kunnen sneller overspoeld of overweldigd worden door de binnenkomende prikkels. Anderzijds kunnen ze ook intenser genieten van bijvoorbeeld muziek of zijn ze bijvoorbeeld in staat verschillende ingrediënten in een gerecht te onderscheiden.
Emotionele overprikkelbaarheid heeft betrekking op een verhoogde sensitiviteit, waarbij er sprake is van intense gevoelens en extreme reacties. Zowel positieve als negatieve emoties zijn intenser en worden sterker doorleefd. Er kan een zeer hoge mate van empathie en compassie worden gezien, maar er kunnen zich bij kinderen vaak ook heftige emotionele buien voordoen bij voor hen moeilijke situaties, zoals het verliezen van een spel. Ze kunnen enorm meeleven met anderen en overspoeld raken door hun eigen emoties, omdat die complex en intens voelen. Er is vaak sprake van een idealistische denkwijze vanuit een hoog rechtvaardigheidsgevoel en hoge empathie. Tegelijkertijd kan er sneller angst of een negatieve stemming ontstaan, mede dankzij de interactie met de omgeving die niet eenzelfde waarde hecht aan bepaalde zaken.
Psychomotorische overprikkelbaarheid betreft het verhoogde vermogen om actief en energiek te zijn. Er is sprake van een overmaat aan energie, wat ook wel resulteert in lichamelijke onrust, snel praten en een behoefte aan actie. Ze kunnen genieten van bezig zijn en zijn vaak gedreven en competitief. Anderen kunnen de hoge mate van energie overweldigend vinden en kinderen met psychomotorische overprikkelbaarheid kunnen regelmatig gevraagd worden om stil te zijn of zitten. Er is vaak een hoog risico op misdiagnose.
Verbeeldende overprikkelbaarheid draait om een rijke verbeelding, levendige fantasie, creatief en visueel denken. Er is vaak sprake van een groot gevoel voor humor en waardering van beeldspraak. Op jonge leeftijd kan er bijvoorbeeld sprake zijn van denkbeeldige vriendjes, kunnen werkelijkheid en fantasie door elkaar worden gehaald en kunnen ze zich verliezen in hun eigen fantasierijke en inventieve gedachten. Individuen met een verbeeldende overprikkelbaarheid voelen zich aangetrokken tot dramatische wijzen van zijn en doen. Ze kunnen hun creativiteit en fantasie vaak kwijt in wat ze doen. Denk hierbij aan het imiteren van typetjes of het toevoegen van drama-elementen aan het dagelijks leven (toevoegen van humor, heel beeldend zijn in hun vertellen, allerlei opvolgende gedachtesprongen).
In principe gaf Dabrowski aan dat de overprikkelbaarheden kunnen worden gezien op één of meerdere vlakken.

Het ‘zijnsluik’ van Tessa Kieboom

Tessa Kieboom omschreef een zijnsluik, gericht op voelen, naast het cognitieve luik, gericht op het denken. Het cognitieve luik is gebaseerd op het model van Renzulli, met een hoge intelligentie, een hoge mate van creativiteit en een sterke motivatie. Ook hierbij geldt dat de overlap tussen deze gebieden ruimte geeft voor het tot bloei komen van het ontwikkelingspotentieel. Het zijnsluik is meer gericht op het voelen en het ‘zijn’ van een hoogbegaafde. Deze omvat het hebben van een hoge lat, een groot rechtvaardigheidsgevoel, een hogere mate van gevoeligheid en een kritische instelling. Vaak wordt de behoefte aan autonomie hier nog aan toegevoegd. Hoogbegaafden leggen de lat voor zichzelf erg hoog en verwachten vaak ook dat de omgeving hetzelfde van hen verwacht, terwijl het referentiekader dat ze voor hun lat gebruiken niet altijd helder is. Regelmatig is een kleuter ontevreden over zijn of haar tekening, omdat het niet lijkt op datgeen wat ze in de echte wereld zien. Hoogbegaafden leven daarbij vaak in de ban van regels en afspraken. Ze vinden het belangrijk dat deze worden nageleefd. Hun rechtvaardigheidsgevoel zorgt er bovendien voor dat ze zich zorgen kunnen maken over onrecht in de wereld. Al van jonge leeftijd is er vaak sprake van idealisme en willen ze graag de wereld verbeteren. Tessa Kieboom omschreef tevens een hoge mate van gevoeligheid (anders dan de gevoeligheden zoals die omschreven zijn bij Dabrowski). Zij ziet dit als een versterkt bewustzijn en een meer intense beleving van emoties; hoogbegaafden maken zich sneller zorgen, doorzien snel de boodschap achter de boodschap en hebben veel moeite met incongruentie (als verbaal en non-verbaal gedrag niet bij elkaar aansluit, voelen ze dit als een vertrouwensbreuk). Tenslotte valt een kritische instelling onder het zijnsluik. Hiermee wordt bedoeld dat hoogbegaafden in staat zijn om zaken snel te doorzien en daardoor ook zien wat er mis gaat of niet klopt, wat vaak leidt tot het stellen van kritische vragen.

Het Delphi model van Maud Kooijman - van Thiel

Het Delphi model (zie figuur boven) wordt gezien als een existentieel model. Het is gericht op zowel de betekenis van hoogbegaafdheid als de persoonlijke beleving ervan. In dit model wordt er onderscheid gemaakt tussen innerlijke kenmerken, de wisselwerking met de maatschappij en het samenspel hiervan. Binnen de innerlijke kenmerken van de hoogbegaafde vallen autonoom zijn (zijn), hoogintelligent zijn (denken) en een rijkgeschakeerde binnenwereld (voelen). Dit houdt in dat hoogbegaafden hun eigen oordeel en afwegingen maken, zeer analytisch kunnen denken en dat hun gevoelswereld genuanceerd, kleurrijk en sterk onderling verweven is. In interactie met de omgeving wordt gesteld dat een hoogbegaafde gedreven en nieuwsgierig naar de buitenwereld kijkt (willen) en scheppingsgericht is (doen). Ze ervaren hun omgeving daarnaast op een hoogsensitieve wijze (waarnemen). Hoogbegaafden willen van alles weten en hebben veel behoefte aan nieuwe input, ze ervaren plezier in creëren en hebben een scherp en genuanceerd waarnemingsvermogen. Het samenspel tussen al deze factoren wordt gezien als snel, creatief, intens en complex. Prikkels komen snel binnen, hoogbegaafden denken op een originele en vindingrijke wijze, alles gaat in intense mate en een hoogbegaafde zit complex in elkaar, functioneert complex en kan een hoge mate van complexiteit aan.

Ondanks dat er verschillende modellen bestaan, is er gelukkig wel veel overlap te zien. Wij zien het alsof alles aan een hoogbegaafde wat scherper afgesteld is. Het denkvermogen, het bewustzijn, de intensiteit, de complexiteit, de nieuwsgierigheid, de motivatie, de behoefte aan autonomie. In samenwerking met de juiste omgeving, maar ook in combinatie met innerlijke factoren, kan dit tot prachtige uitingen van het potentieel leiden, maar tegelijkertijd kan deze scherpte onder belemmerende omstandigheden juist in hun nadeel gaan werken. Op dergelijke momenten kijken wij graag met het gezin mee om na te gaan hoe we de juiste omstandigheden kunnen creëren.

Vorige
Vorige

Onze missie is verbinden

Volgende
Volgende

De essentiële rol van creativiteit bij hoogbegaafdheid